n-tier architectuur
- presentatielaag
- businesslaag
- datalaag
Laag en tier
De termen tier en laag worden vaak door elkaar gebruikt. Toch is er een belangrijk onderscheid tussen de twee. Elke tier, in tegenstelling tot een laag' kan feitelijk op een apart systeem draaien, als een afzonderlijk proces. Zo de presentatielaag, bijvoorbeeld een Windows-venster of een One Page App in de browser, op een client draaien, terwijl de businesslogica en de datatoegang als middelste tier op een server draaien. En de datatier op zijn beurt kan dan weer op een aparte databaseserver draaien.
Hoe wordt het gepland?
Eenvoudig schema:
Complex schema (voorbeeld uit ASP.NET:
Elke toepassing heeft een of meer van de volgende lagen:
- Presentatie Layer
- Business Logic Layer
- Data Access Layer
Hoe veranderen ze elkaar?
In n-tier model heeft is elke laag gescheiden van het netwerk. Dat wil zeggen dat de presentatie laag op bepaalde servers staat, die via het netwerk communiceert met back-end app servers voor de toepassing logica die op zijn beurt communiceert met een database server, ook via het netwerk. De app server kan ook communiceren met externe diensten, bijvoorbeeld Authorize.net voor de verwerking van betalingen.
Voordelen
Het opdelen van software in tiers maakt het mogelijk applicaties op te delen in afzonderlijke onderdelen met elk een duidelijk omschreven functionaliteit.
Op die manier kan je deze componenten of tiers:
- herbruiken: denk aan een applicatietier die gegevens vanuit zowel webinterface als Windows controleert. Zo'n tier moet je maar één keer schrijven.
- ontwikkelen in verschillende teams: tiers maken de ontwikkeling van software in onafhankelijke teams mogelijk, omdat de verantwoordelijkheden van de tiers duidelijk gescheiden zijn.